19.

Titel

Retributie op standplaats voor foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen 2026-2031

Dienst

Financiën

Stemming

Goedgekeurd met 22 stemmen voor bij 2 onthoudingen (Mireille Van Acker en Kevin Desmet)

 

 

Feiten en context

Het belastingreglement op het vaststellen van standplaatsvergoedingen voor foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen geldt tot en met het aanslagjaar 2025 en moet vernieuwd worden.

 

 

Juridische gronden

        Art 41, 162 en 170 § 4 Grondwet

        Art. 40 en 41 Decreet Lokaal Bestuur

        Art 177 Decreet Lokaal Bestuur

        Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie (24/09/2012)

        Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten (24/09/2006)

        Beslissing gemeenteraad van 27/03/2025 betreffende het gemeentelijk reglement op markten en kermissen

        Beslissing gemeenteraad van 19/12/2019 betreffende de belasting op het vaststellen van standplaatsvergoedingen voor foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen

 

 

Advies

/

 

Motivatie

Het openbaar domein wordt door foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen gedurende enkele dagen ingenomen waardoor het niet kan gebruikt worden door het publiek. Bovendien zorgen deze inrichtingen voor bijkomend administratief en technisch werk. Het is daarom verantwoord om hiervoor een vergoeding te vragen.

 

In het kader van de algemene stijging van de prijzen, wordt beslist de geldende tarieven voor 2026 te verhogen ter compensatie van de niet doorgevoerde indexering sinds 2020 en vanaf dan jaarlijks te indexeren.

 

Gezien de specificiteit van deze doelgroep en om flexibel en snel te kunnen inspelen op wijzigingen die zich van week tot week kunnen voordien, is het aangewezen de vergoedingen te innen via een retributie (opmaak van een factuur) in plaats van via een belasting (die geïnd wordt via een kohier). Hiertoe dient het reglement aangepast te worden voor wat de inningsprocedure betreft aangezien het Invorderingsdecreet van 30/05/2008 niet meer van toepassing is en dat ook de bezwaarprocedure anders verloopt.

 

Financiële gevolgen

Deze ontvangst is in het meerjarenplan 2026-2031 opgenomen op budgetsleutel "0020-00-73601000 Plaatsrecht kermissen" voor € 1.730 in 2026 met jaarlijkse verhoging van € 30 tot 2031.

 

Besluit

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt het belastingreglement het vaststellen van standplaatsvergoedingen voor foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen goed voor de periode 2026-2031.

 

Retributiereglement op het vaststellen van standplaatsvergoedingen voor foorinrichtingen, kermisattracties en marktkramen

 

Datum goedkeuring gemeenteraad:  20/11/2025

Datum publicatie website:    01/12/2025

 

Artikel 1 - Aanslag

Met ingang van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven als vergoeding voor het gebruik van een standplaats voor de foorinrichtingen, de kermisattracties en marktkramen opgericht op de openbare weg, op pleinen of op eigendommen palend aan de openbare weg, ter gelegenheid van kermissen, foren en markten die in de gemeente gehouden worden.

 

Artikel 2 - Verschuldigde

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de standplaats. Zij is hoofdelijk mede verschuldigd door de uitbater van de instelling. De retributie is verschuldigd bij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen houdende toekenning van een standplaats aan de aanvrager.

 

Artikel 3 - tarief

Het tarief wordt per standplaats vastgesteld als volgt :

 

Artikel 3.1 - 24 uur of minder

Voor de standplaatsen van foorinrichtingen of kermisattracties en marktkramen die 24 uur of minder van hun standplaats gebruik maken, moet er een tarief betaald worden van € 2,00 per strekkende meter of gedeelte ervan, met een minimum van € 20,00 per inrichting.

 

Artikel 3.2 - voertuigen

Voor de standplaatsen waar auto’s, vrachtwagens, landbouwvoertuigen en moto’s geplaatst worden, moet er een tarief betaald worden van € 4,00 per tentoongesteld voertuig, met een minimum van € 20,00 per exposant.

 

Artikel 3.3 - meer dan 24 uur

Voor de standplaatsen van foorinrichtingen of kermisattracties en marktkramen die langer dan 24 uur en minder dan 14 dagen gebruik maken van hun standplaats, moet er een tarief betaald worden van € 4,00 per strekkende meter of gedeelte ervan, met een minimum van € 30,00 per inrichting. Voor het bepalen van de voorgevellengte van ronde foorinrichtingen of kermisattracties wordt de diameter in aanmerking genomen.

 

Artikel 3.4 - elektriciteit

Iedere handelaar die gebruik maakt van de mogelijkheid tot aansluiting op het elektriciteitsnet is een bijkomend forfaitair bedrag van € 6,50 per marktdag verschuldigd.

 

Deze bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de index van de consumptieprijzen  door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. De bedragen worden steeds afgerond tot op 1 cijfer na de komma.

 

Artikel 4 - vrijstellingen

Vallen niet onder de toepassing van dit reglement :

        de markten waarbij dieren tentoongesteld worden, met uitzondering van de marktkramen die opgericht worden met de bedoeling deze dieren te verkopen;

        de kindermarkten;

        de verkoop of het te koop stellen van waren of goederen door een gevestigd handelaar op de openbare weg, vóór zijn winkel, voor zover het kraam of het schraag kan beschouwd worden als de normale voortzetting van de instelling en dat de er tentoongestelde waren van dezelfde aard zijn als die welke binnen verkocht worden;

        de wekelijkse zondagsmarkt.

 

Artikel 5 - betalingsvoorwaarden

§1. Betalingen gebeuren per overschrijving na ontvangst van de factuur per mail of op papier.

 

§2. Betwistingen van de factuur kunnen ingediend worden tot 30 dagen na de factuurdatum. Indien geen beroep ingesteld wordt bij het schepencollege, dan wordt de schuldvordering als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

§3. In geval van niet-betaling van de factuur op de vervaldatum wordt een herinneringsbrief opgestuurd. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, wordt een schriftelijke aangetekende brief met vraag tot betaling gezonden. Wanneer deze tweede aanmaning vereist is, wordt een administratiekost aangerekend van €20. Bij niet betaling van de factuur na aangetekend schrijven volgt de invordering via dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.