6.

Titel

Belastingreglement tweede verblijven 2022-2025

Dienst

Financiën

Stemming

Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen

 

 

Feiten en context

Het huidige belastingreglement op tweede verblijven is geldig t.e.m. aanslagjaar 2025 maar wordt vroegtijdig herzien om de leesbaarheid te bevorderen en betwistingen uit te sluiten.

 

 

Juridische gronden

•Grondwet Art. 41, 162 en 170§4

•Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017 Art. 40 en 41

•Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

•Gemeenteraadsbesluit van 16/12/2021 betreffende het belastingreglement op tweede verblijven

 

 

Advies

Er werd beroep gedaan op het advies van het ABB dat werd ontvangen per email op 1/9/2023; met dit advies werd rekening gehouden om de formulering van de betreffende artikels aan te passen.

 

Motivatie

Om het reglement éénduidig te kunnen lezen is het raadzaam de definitie van "belastbare grondslag" (art 2) en van de "belastingplichtige" (art 4) duidelijker te omschrijven waardoor het niet betwist kan worden dat de belasting van toepassing is wanneer iemand eigenaar is op 01 januari van het aanslagjaar in kwestie én dat ook de hoedanigheid van tweede verblijf op datzelfde moment vastgesteld wordt.

 

Het gaat om een directe belasting waardoor het mogelijk is de toepasisng van dit reglement alsnog op 2022 te laten toepassen.

 

Financiële gevolgen

Deze belasting is in het meerjarenplan 2020-2025 opgenomen op budgetsleutel 0020-00-73770000 voor € 115.200 in 2023 en voor € 102.500 voor de jaren 2024-2025.

 

Besluit

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt het belastingreglement op tweede verblijven voor de periode 2022-2025 goed.

 

Belasting op tweede verblijven

 

Datum goedkeuring gemeenteraad:  14/12/2023

Datum publicatie website:   20/12/2023

 

Artikel 1 - heffingstermijn

Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een jaarlijkse belasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger zijn ingeschreven.

 

Artikel 2 - belastbare grondslag

Als tweede verblijven worden beschouwd : elk constructie met woon- of verblijfgelegenheid die op 01 januari van het aanslagjaar voor de eigenaar, de huurder of de gebruiker ervan niet tot hoofdverblijf dient maar die op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt.

De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt bepaald op 01 januari van het aanslagjaar aan de hand van het bevolking- of vreemdelingenregister indien daaruit blijkt dat niemand daar voor het hoofdverblijf werd ingeschreven of zoals vastgesteld door het onderzoek gedaan door de gemeente en als dusdanig goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3 - tarief

Het bedrag van de belasting wordt per jaar en per tweede verblijf vastgesteld op:

        € 1.000,00 voor een open bebouwing;

        € 700,00 voor elke andere woon-of verblijfsgelegenheid (kamer/appartement/gesloten of halfopen bebouwing)

 

Artikel 4 - belastingplichtige

De belasting is ondeelbaar en voor het hele aanslagjaar verschuldigd door de natuurlijke of

rechtspersoon die op 01 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf. De hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.

 

In geval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachthouder of de vruchtgebruiker. De eigenaar is hoofdelijk mee aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Het gemeentebestuur komt niet tussen in onderlinge afspraken tussen eigenaar en huurder.

 

Artikel 5 - vrijstellingen

Een vrijstelling wordt verleend :

        het eerste aanslagjaar na aankoop van de eigendom;

        het eerste jaar na stopzetting van de verhuurperiode indien de huurders gedomicilieerd waren in de verhuurde wooneenheid;

        voor lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

        voor de tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij deze tenminste zes

maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid te worden gebruikt;

        voor de woongelegenheid die gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning;

        de woongelegenheid die gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits afdoende

bewijzen van de renovatiewerken. Deze vrijstelling kan maximaal drie opeenvolgende jaren

verleend worden aan dezelfde belastingplichtige.

        voor de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een

gerechterlijke beslissing;

        voor de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft.

 

Artikel 6 - aangifte

Artikel 6.1 - aangifteformulier

De eigenaar van het tweede verblijf is verplicht deze bij het gemeentebestuur aan te geven. De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het gemeentebestuur.

De aangifteplicht berust op de belastingplichtige waardoor deze niet ontlast is van de verplichting spontaan een aangifte te doen indien de beambte belast met de telling verzuimt hem / haar een aangifteformulier af te geven.

 

De aangifte kan via één van de volgende kanalen worden ingediend :

        e-mail : fin@wemmel.be

        post : gemeentebestuur Wemmel - financiële dienst, Dr. H. Folletlaan 28, 1780 Wemmel

        via het e-formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de gemeentelijke website

 

Artikel 6.2 - ambtshalve inkohiering

Bij gebreke aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de

belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Artikel 7 - Wijze van invordering en betalingstermijn

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8 - Bezwaren

§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§3. Het bezwaar kan via één van de volgende kanalen worden ingediend :

        e-mail : fin@wemmel.be

        post : gemeentebestuur Wemmel - college van burgemeester en schepenen, Dr. H. Folletlaan

28, 1780 Wemmel

        via het e-formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de gemeentelijke website